Doel
Meer kennis vergaren over het cognitieve profiel van ouderen met autisme.
Bevindingen
In de eerste studie onderzochten wij volwassenen met een leeftijd van 53 tot 83 jaar. Op basis van deze studie concludeerden wij dat veroudering een kleinere impact had op de verbale vloeiendheid in de autisme groep dan in de controle groep, terwijl veroudering een versterkt effect had in het visueel geheugen in de autisme groep. Hiermee kwamen wij tot nieuwe evidentie voor het idee dat ouderen met een autisme diagnose subtiele neuropsychologische verschillen laten zien, en dat ontwikkelingstrajecten tussen ouderen met en zonder autisme diagnose verschillen in bepaalde cognitieve domeinen. Echter, door de kleine steekproefgrootte van deze studie, moeten we deze conclusies met terughoudendheid bekijken. Om te zien of we deze bevindingen konden repliceren, zijn wij een (veel) grotere vervolgstudie gestart (volwassenen met een leeftijd van 18 tot 80 jaar). We vonden een ander patroon. Over het algemeen waren er weinig verschillen in de cognitieve prestatie op verscheidene taken tussen deelnemers met en zonder autisme diagnose. Ook verschilde het verouderingspatroon nauwelijks tussen de twee groepen. De belangrijkste bevinding was dat we geen bewijs vonden voor versnelde cognitieve veroudering bij autistische volwassenen. Echter, we vonden wel een aantal aanwijzingen voor een ander verouderingspatroon op twee geheugentaken. Op deze geheugentaken werd namelijk gevonden dat leeftijdsgerelateerde verschillen tussen mensen met en zonder autisme diagnoses kleiner leken te worden, omdat de achteruitgang die we in volwassenen zonder diagnoses werd geobserveerd niet in autistische volwassenen werd geobserveerd. Deze studie was echter een cross-sectionele studie, wat tot gevolg heeft dat we eigenlijk niet van een achteruitgang of vooruitgang konden spreken – we kunnen op deze wijze alleen leeftijdgerelateerde effecten waarnemen. Dit is de motivatie voor onze huidige vervolgstudie, waarin we deelnemers binnen een tijdspanne van 2 tot 4 jaar twee keer testen. Met deze nieuwe studie hopen we vast te stellen a) welke domeinen we een vooruitgang of achteruitgang observeren b) welke cognitieve strategieën mensen gebruiken c) welke individuele verschillen dominant aanwezig zijn om de vaak genoemde heterogeniteit in autisme verder te verklaren (i.e. kunnen we subgroepen definiëren?). Deze nieuwe studie kunt u vinden bij “current research”.