Doel 1
De neuropsychologische karakteristieken van kinderen met autisme en/of ADHD onderzoeken om te bepalen waar cognitieve verschillen en overeenkomsten zijn tussen deze twee vaak overlappende diagnostische classificaties.
Doel 2
Bepalen of cognitieve training een zinvolle interventie is voor kinderen en tieners met autisme en/of ADHD.
Bevindingen 1
Kinderen hadden meer problemen met een breder scala aan cognitieve taken dan kinderen met ADHD. Toch waren de overeenkomsten opvallender dan de verschillen. Op het moment dat we inzoomden op hoeveel kinderen uit één van deze groepen nu echt cognitieve problemen hadden, bleek dit vaak te gelden voor 30 tot 50% van de kinderen. Dit was zo voor kinderen met een autisme diagnose als ook voor kinderen met een ADHD diagnose.
Bevindingen 2
Studie 1: ADHD
Ons eerdere fundamentele onderzoek had laten zien dat kinderen met autisme en/of ADHD planningsproblemen hadden. In dit onderzoek willen we bekijken of een planningstraining ontwikkeld door Saskia van der Oord, Marije Kuin en Bianca Boyer goed werkt. Deze training wordt vergeleken met een andere training en we weten niet van te voren wie welke training zal krijgen zodat we goed kunnen onderzoeken welke nu het beste werkt en voor wie de training werkt. Dit onderzoek kunnen we doen doordat we hiervoor een subsidie hebben ontvangen van ZonMW. Het onderzoek bij adolescenten met autisme moet nog gaan starten. Dit trainingsonderzoek zal gecombineerd worden met een onderzoek naar plannen, symptomen en geassocieerde problemen.
Studie 2: Autisme
We onderzochten of EF training Braingame Brian een geschikte behandeling is voor kinderen met autisme. We vergeleken twee versies van de training (een werkgeheugen- en een cognitieve flexibiliteittraining) met een actieve controle training (niet-EF training). Van de 121 kinderen die de training deden, voltooiden 90 kinderen alle sessies. Kinderen in alle drie de trainingsgroepen (werkgeheugen-, flexibiliteit- en niet-EF trainingsgroep) gingen vooruit in werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit en volgehouden aandacht zoals gemeten met taken bij de kinderen, en in EF, sociaal gedrag, ADHD-kenmerken en kwaliteit van leven zoals gemeten met vragenlijsten die ouders invulden. Kinderen die de werkgeheugen- of cognitieve flexibiliteitstraining deden verbeterden echter niet veel meer dan kinderen die de niet-EF training deden. Er werden slechts kleine effecten gevonden. De werkgeheugentraining zorgde voor iets meer verbetering van werkgeheugen (taak) en ADHD-kenmerken (vragenlijst). De flexibiliteitstraining zorgde voor iets meer vooruitgang in flexibiliteit (taak). Het doel van de training was dat kinderen de getrainde functies beter konden toepassen in het dagelijks leven, maar dit bleek niet het geval. We onderzochten ook of de training geschikt is voor subgroepen kinderen met ASS, maar intelligentie, autisme kenmerken, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit, Theory of Mind en beloningsgevoeligheid beïnvloeden de training en trainingseffecten niet. De training lijkt dus helaas geen geschikte nieuwe interventie voor kinderen met ASS.